4. Aansluiten en afregelen

Het is belangrijk om externe apparaten correct aan te sluiten. Microfoons worden aangesloten via de grote XLR-aansluiting. Lijnsignalen, zoals die van mixeruitgangen, worden meestal aangesloten via 6,35 mm jacks. De verschillen zitten niet alleen in het formaat van de aansluiting en de stekker, maar zijn ook elektrisch verschillend. Bij microfoons moet je opletten of ze een voedingsspanning nodig hebben om te functioneren. Dit is bijna altijd het geval bij condensatormicrofoons. Meestal kan er 48 Volt fantoomspanning op de apparaten worden gezet.

(Let op: hierdoor wordt de gebruiksduur van de batterij korter).

Lijnsignalen verschillen van elkaar of ze gebalanceerd of ongebalanceerd zijn. RCA ("Cinch") kan worden aangepast aan de grote jack-bussen, maar dan is het zeker ongebalanceerd. Ongebalanceerde signalen naar een gebalanceerde aansluiting ("TRS") sturen, is geen probleem, maar een gebalanceerd signaal naar een ongebalanceerde aansluiting sturen, leidt tot problemen.

Sommige goedkope apparaten gebruiken de goedkopere 3,5 mm jack-aansluitingen en/of stereo-aansluitingen in plaats van de genoemde aansluitingen.

Afregelen

Voor opnames van hoge kwaliteit moet de recorder goed worden afgeregeld. Om dit te doen, moet de voorversterking hoog genoeg ingesteld worden zodat het signaal aan de ene kant boven de ruis uitsteekt, maar aan de andere kant mag er geen vervorming optreden. Het is een evenwichtsoefening. Voor digitale opnames is de magische grens 0 dBFS (FS = Full Scale). Als het signaalniveau deze grens overschrijdt, treden er onvermijdelijk zeer lelijke vervormingen op die de opnamen volledig ruïneren. In geval van twijfel is het beter om iets voorzichtiger te zijn en iets meer ruis te accepteren.

Met een gemiddeld niveau van -16 tot -12 dBFS, dat kan worden afgelezen op het display, is er een goede reserve voor onvoorziene niveausprongen bij de meeste signalen en is er een redelijke afstand tot het ruisniveau.

Limiter en Auto Level

In moeilijke opnamesituaties met onvoorspelbare volumeschommelingen moet ook de limiter worden ingeschakeld, die vaak beschikbaar is, als bescherming tegen overbelasting. Als de limiter moet worden ingeschakeld, klinkt het misschien een beetje onnatuurlijk, maar het signaal is nog steeds bruikbaar.

Sommige recorders hebben ook een automatische volumeregeling. Dit kan in eerste instantie handig zijn, maar in de praktijk kan het geen wonderen verrichten. Het is beter als er dual-gain functies beschikbaar zijn. Hierbij neemt de recorder een normaal ingeregeld signaal op en voor de zekerheid een lager ingeregeld signaal!

Uw contactpersoon